zondag 29 juni 2008

Ineke op Tenerife 7

24-6-2008

"Hoeveel te meer zal mijn Vader u zijn Geest schenken als gij Hem daar om vraagt in mijn Naam," zegt Jezus.

De volgende dag, bij het ontbijt, werd het heel vredig en ruim binnenin mij: "Jouw taak is het te zorgen dat de Kerk hier zich inlaat met immigranten," kreeg ik te verstaan. Het kan toch niet zo zijn dat men massaal ter kerke gaat op zondag en zijn broeder laat verzuipen voor zijn kusten. Het is ook een Europees probleem. De tijd van offeren is voorbij. Het is God een gruwel dat we nog altaren oprichten en onderwijl de aarde verpesten met onze overcompensumptie, terwijl een continent staat te verdrogen en te verhongeren. Eens te meer klemt de boodschap: "Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij niet opgenomen." Mat.25:42-43

De boodschap was zo duidelijk dat ik begreep dat ik hier moest terugkomen. Hoewel ik tegen het vliegen ben en vind dat het verboden moet worden, boekte ik diezelfde dag nog een retourvlucht. De volgende ochtend vroeg vertrok ik en liet de auto achter op Tenerife.

Hoe ga ik straks verder? Ik vermoed dat ik niet voor niets zo dicht bij dat beruchte kamp terecht ben gekomen. Ik hoop dat ik die 'habitación' per 1 september weer kan betrekken, en maak daar dan een soort luisterpost van. De jongens uit het kamp komen vaak langs mijn weggetje om verderop het gehucht Las Lagunas te bezoeken. Daar staat een garage met 2e hands auto's, een cafetaria en een restaurant. Op de hoek van mijn weggetje plaats ik een bord met 'Accueil ----> nr.8' erop, een woord dat geen Spanjaard kan lezen en de jongens ogenblikkelijk zullen begrijpen. Ze worden ontvangen met thee, iets dat ze in het kamp nooit krijgen, en gaandeweg hoop ik ze één voor één hun verhaal te laten doen. Sinds ze op Tenerife zijn hebben ze nog aan niemand kunnen vertellen wat ze hebben meegemaakt, omdat geen enkele Spanjaard Frans spreekt.

Omdat ik niet kan doordringen tot de verantwoordelijke autoriteiten, moet ik maar gewoon beginnen met iets op te zetten. God geven dat het lukt. Onderwijl ga ik door met 'pulgo en el piel' te zijn en kloosters te bezoeken. Blijven jullie mijn sterke achterban? Het is voor mij een enorme steun zo'n groot aantal mensen betrokken te weten bij wat ik doe.

Wordt vervolgd!

Ineke

donderdag 26 juni 2008

Ineke op Tenerife 6

17-6-2008

Vorige week was het zomer: mijn aankomst op Tenerife. In Santa Cruz heb ik uren gezocht naar een winkel om mijn telefoonkaart op te laden - ik heb een nogal zeldzame pinkaart, niet gevonden. Vervolgens naar La Lagune, de voormalige hoofdstad, om de paters Fransiscanen te bezoeken. En oude pater, dement, agressief, schreeuwde dat men mij niet kon ontvangen. Nog een vertwijfelde poging gedaan om het Telephone House te vinden, niet gelukt, en vervolgens naar Esperanza, waar zich dat beruchte kamp bevindt. Ik vond al vrij spoedig een onderkomen: een 'habitación,' een soort veredelde studio, waar je precies hebt wat je nodig hebt, uitgezonderd comfort. De volgende dag ben ik op zoek gegaan naar het kamp en tot mijn grote verrassing bevindt zich dat op loopafstand van waar ik logeer. De directeur was er niet, maar de dag erna was hij er wel.

Het kamp hebben ze, heel eufemistisch, omgedoopt to 'Escuela Hogar' (thuisschool). Het hek staat uitnodigend open, maar vergis je niet. Eén stap in de richting daarvan en er komt een bullebak van een bewaker achter een pilaar vandaan en houdt je tegen. De directeur stond op het plein, rechts zat een hele groep Afrikaanse jongens op een muurtje voor zich uit te kijken; hele jonge jongens, kinderen nog, keken nieuwsgierig in mijn richting, links zaten twee jongens op de grond, waarvan de een meer lag dan zat. Onze directeur gaf meteen een manifestatie van zijn kunnen, en bekte de liggende jongen af, die vervolgens in lijdelijk verzet, een beetje lui, ging zitten. De directeur, André heet hij, kwam opnieuw naar me toe en sloeg meteen een toon aan van: wat doet u hier? Hij is een man van een jaar of 40, vette plakharen, spijkergoed, een type waarvan je vermoedt dat hij zo uit het vreemdelingenlegioen is geplukt. Hij hield zijn armen gekruist over zijn borst, en hoewel hij niet groter is dan ik, sprak hij mij vanuit de hoogte toe.

Toen ik wat stuntelig liet blijken dat ik zo mijn verhaal niet kon doen, nam hij mij mee naar de tweede verdieping, waar hij zijn kantoor had. Een secretaresse sprak Frans en tolkte. Ik was op een stoel gaan zitten en zij beiden bleven staan, de directeur nog steeds met de armen gekruist. Gaandeweg het gesprek ontdooide hij wat en gingen zelfs zijn armen omlaag. Het idee dat ik eventueel bereid was lessen Frans te geven aan de jongens, sprak hem aan, en hij liep naar zijn bureau om voor mij een telefoonnummer te noteren van de man die daarover gaat. Wel schrok hij duidelijk toen hij hoorde dat ik het rapport van HRW gelezen had. Ik vertelde van mijn contact met la Gutierrez en van de brief aan (?). Een kopie van de brief had ik bij me, en na enige aarzeling wilde hij die wel hebben.

Aan het eind van het gesprek was hij helemaal omgeslagen en volgens goede Canarische gewoonte werd ik door beiden bij het afscheid gekust. Niet te geloven! Hij had alle controle laten varen en liep de ene kant van de gang in, terwijl ik de andere kant uit moest. Dat gaf mij de gelegenheid eens goed rond te kijken: een uitgewoond gebouw, kale trappen en muren met sporen van graffiti en beschadigingen, deuren waar hele panelen uit ontbraken. Dank zij zo'n deur vond ik 'mijn' uitgang, want de echte uitgang was ik kwijt. Ik kwam op het plein terecht. Vlak bij het hek, de bullebak was met iets anders bezig, zaten twee jongens, met wie ik een praatje aanging. Ze kwamen uit Senegal en vertelden dat het hun helemaal niet beviel in het centrum. Ze waren ook duidelijk verrast om te worden aangesproken in hun eigen taal. Ik heb ze 'een luisterend oor' aangeboden door één van hen mijn telefoonnummer in Nederland te geven. Dat had ik van te voren in mijn jaszak gestopt. Spannend, want riskeerde ik daarmee niet mijn eigen glazen in te gooien?

De rest van de week heeft in het teken gestaan van allerlei mislukte pogingen om het gekregen nummer te bellen. Na twee afgebroken gesprekken neemt die man gewoon niet meer op. Zo zijn onze manieren. En zo verzandt alles: iedereen verwijst door naar zijn superieur en die is onbereikbaar. Niemand voelt zich verantwoordelijk.

Ik was vandaag de radeloosheid nabij. Na een vurig gebed is dat gelukkig anders. Nu wacht ik en luister.

Ineke

woensdag 18 juni 2008

Ineke op Tenerife 5

ma 9-6-2008

Eindigde mijn vorige verslag nog in mineur, nu ben ik hoopvol gestemd. Pater David heeft mijn brief aan de Protección del Menor y de la Familia in het Spaans vertaald. Dat was de belangrijkste reden waarom de directeur mij niet wilde ontvangen: ze kon mijn (Franse) brief niet lezen.

Ik heb alle zaken overgedragen aan pater David, hem gevraagd mijn 'boodschap' over te brengen aan de groep leken-Fransiscanen die hij komende woensdag begeleidt. Hij zal vooral benadrukken hoe belangrijk het is dat Canarische families zich openstellen voor de opvang van Afrikaanse kinderen. Verder zal hij het eventueel afhandelen met de Protección: de bedoeling is nog steeds dat de Kerk haar verantwoordelijkheid neemt en in samenwerking met de autoriteiten naar een humane oplossing streeft.

Ik heb mijn adres achter gelaten en hoor wel. Nu zit ik op de boot naar Tenerife om daar de Fransiscanen en Fransiscanessen te bezoeken. Tevens wil ik naar dat beruchte kamp hoog in de bergen: Esperanza (!). Over drie dagen begin ik aan mijn terugreis naar Nederland. Allemaal veel liefs van

Ineke

maandag 9 juni 2008

Ineke op Tenerife 4

3-6-2008

Beste allemaal,

Van de week moest ik in het ziekenhuis zijn voor een snijwond aan mijn duim en in de wachtruimte van de Urgencias zat een Afrikaanse jongeman geflankeerd door twee mensen van de Guardia Civil. Hij was, getuige zijn oververmoeidheid, waarschijnlijk één van die 68 Afrikanen die twee dagen daarvóór waren opgevist ten zuiden van Gran Canaria. Drie onder hen waren overleden. Tot mijn verbijstering zag ik een handboei om zijn pols en ik bedacht dat nog niet zo heel lang geleden zijn voorouders, geboeid aan hun enkels, door ons in boten werden geladen om te werken op de plantages in Amerika. Deze man zocht een vrijheid die leefbaar is en werd meteen in boeien geslagen! Ik wilde iets tegen hem zeggen, maar de dreiging die uitging van die twee uniformen weerhield me. Zo gaat dat hier: ieder contact met de bevolking is taboe. De overheid regelt alles.

Al vaker had ik me erover verbaasd dat je voor de kleinste dingen: een bezoek aan een natuurproject, een kijkje in een cultureel centrum, een machtiging nodig hebt van het eilandbestuur. Ik heb hier te maken met een allesoverheersende overheid. Als je bedenkt dat die voornamelijk uit Spanjaarden bestaat! De politie en de Guardia Civil zijn nog in Spaanse handen. Daardoor voel ik me hier als in een bezet land. Een gesprek, dat ik had met de prior van een benedictijns klooster, droeg daar ook toe bij. Die man was gewoon bang. Bang voor de autoriteiten. Zijn klooster noemt zich oecumenisch en heeft 25 kamers voor gasten die een tijdje kunnen meeleven in het kloosterritme. De gastvrijheid staat centraal in de regel van Benedictus en in hun brochure had ik gelezen dat hun deur open stond, maar vooral hun hart!

Ik vroeg de prior wat hij zou doen als er een groep Afrikaanse jongens zich aan de poort zou melden en om onderdak vroeg. Nou, lachte hij, dan zouden we wel een probleem hebben. De Spaanse wet verbiedt het opnemen van 'sin papeles' (ongedocumenteerden) en bovendien waren ze met hun 'oecumenisch experiment' al zo kwetsbaar ten opzichte van het moederhuis in Spanje, dat hij zich iets dergelijks niet kon veroorloven. Ik wees hem op de evangelietekst van Matteüs 25:35, "Ik had honger en gij gaf mij te eten" en op de uitspraak van Petrus die voor het gerecht verklaarde dat men God meer moet gehoorzamen dan de keizer. Ik kreeg geen poot aan de grond en moest denken aan wat Siñora Gutierrez van de Kinderbescherming me had gezegd: de mensen hebben 'miedo' (angst).

De laatste dagen heb ik me afgevraagd of dit de erfenis is van het dictatoriale Spanje van weleer. Het is alsof men hier niet zelfstandig durft te denken. Die pater David bijvoorbeeld wil me wel helpen, maar heeft geen enkele eigen inbreng. Hij doet slaafs wat ik hem vraag. Hij heeft ook geen eigen mening. Ik vind dat vreselijk.

Ik ben inmiddels verhuisd naar een lager gelegen plaats, Santa Brigida, niet ver van Las Palmas. Het is hier gelukkig heel wat warmer. Nog steeds wacht ik op de machtiging van de directeur van de Protección del Menor om de kampen te bezoeken en ik krijg haar pas de tweede week van juni te spreken. Deze week hoop ik een gesprek te hebben met de bisschop. Het is nogal frustrerend en mijn geduld begint op te raken. Als ik ook nog 'nee' zou krijgen van de Protección, dan is Leiden (Las Palmas) in last!

Steeds houd ik vast aan het woord van Jezus: "Door de wereld lijd je verdrukking, maar houd goede moed: Ik heb de wereld overwonnen."

Bidden jullie voor me?

Ineke

adres:
Real de Coello 32-34
Santa Brigida-El monte
Gran Canaria