dinsdag 27 mei 2008

Ineke op Tenerife 3

27-04-2008

Dag allemaal,

was het hier eerst erg koud, nu is het moordend heet. Dit is nog erger. J.l. dinsdag zat ik dus in het hol van de leeuw: de Dirección General para la Protectión del Menor y de la Familia, oftewel de Kinderbescherming. Daar had ik afgesproken met sinora Gutierrez, die vaak geciteerd wordt in het rapport van Human Rights Watch. Dat rapport uit juli 2007 gaat over de misstanden hier in de opvangkampen voor Afrikaanse kinderen. Een leuk mensen en, oh wonder, ze verstaat Frans! Nadat ik verteld had wie ik was en gerept had over ons opvangproject in Zevenaar, vroeg ik of ze er voor voelde om van de situatie in de Centros de Emergenciá een missieproject te maken. Doel daarvan is de lokale bevolking kennis te laten nemen van wat zich daar afspeelt en ontmoetingen te organiseren tussen de kinderen en de bevolking. Ik wil daartoe de Fransiscaanse gemeenschap mobiliseren.

Ze begon uitgebreid te vertellen over hoe luchtigjes men hier leeft. Er is hier zo'n beetje van alles: naast de autochtone bevolking veel Spanjaarden, mensen uit het oosten, heel veel vakantiegangers. Ook alle religies zijn hier vertegenwoordigd met hun godshuizen. De katholieke kerk stelt weinig voor. Ze doet niets, het leeft niet. Geen 'spirit,' zei ze. Ik had zelf al de indruk gekregen dat de Kerk hier nog erg traditioneel is: van die kolossale huisbeelden met larmoyante corpussen en fondant-zoete heiligenbeelden zoals wij die hadden in de jaren '50.

Volges sinora Gutierrez gaan de kinderen verplicht naar school tot hun 16e. Ze worden niet in families opgevangen, na school moeten ze terug naar hun opvangcentrum. Ze gaf toe dat dat helemaal niet goed is, vooral voor de allerkleinsten. Naar haar zeggen gaat het om ongeveer 600 kinderen, verspreid over de eilanden. In Gran Canaria zou het om 150 kinderen gaan. Dat ze het niet precies weet, bleek duidelijk. In Orinaga ging het immers al om 162 kinderen en dat is dan nog maar één van de vele centra hier. Ook bleek meteen al de 'gap' tussen de theorie en de praktijk: in Orinaga konden de kinderen slechts om de beurt naar school omdat het aantal te groot was. Vanaf de eerste dag zouden de kinderen hier al een verblijfsvergunning hebben, maar in het HRW-rapport wordt vermeld hoe moeizaam dat lukt, als het al lukt. Eerst moeten ze een bewijs 'de desemparo' hebben, daar gaan maanden overheen, en ik zag inderdaad op tafel stapels dossiers liggen met een rode kaart 'desemparo' op elk.

Ze vond het moeilijk, zei ze, het werk is zwaar, heel zwaar. Reden te meer, dacht ik, om de hand aan de ploeg te slaan. Ik moest mijn verhaal op papier zetten en aan de directie sturen. Die zou mij dan ook de 'autorisación' (machtiging) kunnen geven om de kampen te bezoeken. Het kon in het Frans, zij zouden het daar wel vertalen. Twee keer werd ons gesprek onderbroken door de telefoon, twee keer hoorde ik haar vertellen dat ze een Holandesa op bezoek had. Ze vond het blijkbaar toch bijzonder. "Bent u hier op vakantie?" vroeg ze tenslotte. "Nee, ik ben hier voor dit." "En heeft u dan een huis gehuurd in Vallesecco?" "Ja, dat heb ik, voor 6 weken, daarna ga ik naar Tenerife." Ze keek verward, dit had ze niet verwacht.

Ik schreef mijn brief de volgende dag en probeerde de dag daarop Pater David te bereiken. Tevergeefs. Daar verlies je dan een hele dag mee, zo inspannend is de afdaling naar Las Palmas en de weg terug omhoog. De dag daarna was hij er wel. Om half zes opgestaan om er om half tien te zijn, en dat lukte. Ik heb hem op de hoogte gebracht en zijn medewerking gevraagd mocht het tot een missieproject komen. Verder gaf hij mij de adressen van de paters Fransiscanen op Tenerife en van de Fransiscanessen daar en hier op Gran Canaria. Die laatste wil ik deze week bezoeken. Hij leende mij een oude typemachine waarop ik mijn brief kon uittypen, een computer had hij niet. Ik genoot van zijn medewerking.

Moet ik u ook de minder leuke dingen vertellen? Dat ik, terug bij de auto, een bekeuring had, en de auto's naast mij niet? Dat ik, na nog geen 300 meter gereden te hebben, al weer werd aangehouden: papiercontrole (al de tweede keer), dat mijn auto twee kleine reparaties nodig heeft, dat Debitel mijn telefoon heeft afgesloten omdat het mij niet gelukt was 250 euro als aanbetaling van hieruit over te maken? Ach, het zijn eigenlijk maar kleinigheidjes. De echte zaken staan op de rol. Ik groet u allen hartelijk. Vergeet mij niet in uw gebed, want zonder Onze Lieve Heer red ik het niet:

"Want zoals de rank geen vrucht draagt
zolang hij niet blijft aan de wijnstok
zo ook gij niet
als gij niet blijft in Mij."
Joh. 15:4

dinsdag 13 mei 2008

Ineke op Tenerife 2

20-4-2008

Lieve mensen,

Het heeft er even erg moeilijk uitgezien, maar daarover straks. Pater David en ik zijn dinsdag 8 april 's ochtends op zoek gegaan naar het opvangkamp Orinaga dat op 20 km van Las Palmas op een uitgestrekt industrieterrein ligt. We hebben meer dan een uur gezocht en overal gevraagd, nergens een bordje, tot een Afrikaan bij een benzinestation ons voorging in zijn auto en ons wees waar het was. Het hek stond open en de deur van het gebouw ook, dat gaf meteen een goed gevoel. Een paar jonge zwarte jongens hingen rond bij het hek en volgden ons nieuwsgierig.

De directeur was een nog tamelijk jonge man die heel open was en alle tijd voor ons nam. We mochten het centrum niet zien want daar moesten we een 'autorcación' voor hebben. De jongens gingen inmiddels wel naar school, zij het om de beurt, omdat ze met zo velen zijn (162). De lastpakken blijven in het centrum omdat ze het anders op de school verpesten voor de rest. Hij wees op een villa verderop, dat was de school. Daar leerden ze Spaans, agriculture en techniek. De andere jongens waren dan aan het voetballen of zwemmen. Papieren, alsielaanvraag e.d. "hadden ze niet nodig want ze werden zo toch al beschermd." Particulieren mogen zich niet als vrijwilliger aanmelden vanwege het risico van criminaliteit of misbruik. Over deportatie of transfer werd niet gesproken, hij antwoordde gewoon niet.

Als de jongens 18 zijn gaan ze naar een speciaal centrum in Las Palmas waar ze nog negen maanden begeleid worden in het verkrijgen van (uitreis-?) papieren en/of werk. Na die negen maanden moeten ze weg. Dan staan ze op straat? vroeg ik. "Als ze langer blijven dan houden ze een plaats bezet die voor een ander bestemd is." Ja, dus. De meeste moeite had de directeur met iedere dag opnieuw een zinvolle dagbesteding te bedenken voor zo'n groot aantal jongens. Met 75 personeelsleden in totaal die natuurlijk in wisselende diensten werken, was er sprake van onderbezetting. Hij zou liever meerdere, kleinere centra zien. We gingen opgewekt weer terug, pater David en ik, het leek allemaal best aardig geregeld.

De dagen erna verdiepte ik mij in de vraag naar de volgende stap. Het was mijn tweede week hier en bitter koud. Ik heb geen verwarming in dit huisje hoog in de bergen, behalve een houtkachel. Ik had geen hout. Het was afzien. Na een dag van alleen maar regen en weer erg koud besloot ik hout te halen. Na veel zoeken vond ik een man die daarin handelt. Hij nam mij mee het bos in waar hij een verzamelplaats had en voor 20 euro (veel te veel) kreeg ik de achterbak vol hout. Opgewekt toog ik naar mijn huisje. Het enige dat mijn kachel produceerde was blauwe rook en stank; al het hout bleek nat. Wat een afzetter! Of het door de kou kwam of doordat die directeur mij op het verkeerde been had gezet: ik begon mij ineens af te vragen wat ik eigenlijk deed op dit eiland. Ik bekeek mijzelf door de ogen van mijn critici thuis: of ik mijn verstand wel gebruikte, of ik het niet te hoog in mijn bol had, wie dacht ik wel niet dat ik was? Bovendien vernam ik dat een vriendin ernstig ziek was. Vergat ik dan mijn eigen mensen terwille van die Afrikaanse kinderen? Ik raakte compleet in een crisis, het greep me ineens zo bij de keel dat ik naar buiten moest om lucht te happen.

De verleiding werd plotseling heel concreet om de hele zaak maar te laten varen, nog een weekje heerlijk als toerist hier rond te hangen en mezelf eens te verwennen met een flesje wijn en dan de week daarop terug naar huis. Dat heeft twee dagen geduurd. Tot het flesje wijn is het niet gekomen; wel ben ik gaan wandelen. Dat deed me zo goed dat ik dat nu geregeld doe. Na een telefoongesprek met mijn jarige dochter die ik eerlijk vertelde dat ik de week daarop misschien al weer terug kwam, kwam de ommekeer. "Niks weggaan," hoorde ik een stemmetje in me, "je kunt het tegenover je achterban niet maken om met lege handen terug te komen. Ze hebben niet even wat in je geïnvesteerd! Je gaat gewoon door."

Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb een afspraak kunnen maken voor dinsdag 22-4 met het hoofd van de Kinderbescherming in Las Palmas. Zij heeft de verantwoordelijkheid voor alle opvangkampen. Ik ben van plan haar het volgende voor te stellen: mij permissie (autoricación) te verlenen een aantal kampen te bezoeken hier en op Tenerife, om de situatie in kaart te brengen. Dat moet dienen om een bewustwordingsprogramma op touw te zetten op Europees niveau. Daarin komen thema's aan de orde als vier eeuwen slavernij waarna nog een eeuw kolonisatie, langdurige sociale ontwrichting in Afrika, gigantische exploitatie door ons westerlingen waarop onze welvaart is gebouwd. Het verplicht ons tot een soort 'Wiedergutmachung' in de vorm van een gigantisch educatieprogramma voor Afrikaanse jongeren in Europa.

Omdat een plan nooit aanslaat zonder concreet voorbeeld, ster ik signora Gutierrez Gonzales voor om hier vast te beginnen. Informatiebijeenkomsten organiseren voor de Canarische bevolking, rencontres tussen die enge zwarten en de bevolking, gezamenlijke maaltijden. In ieder geval moeten die jongens die nu in een streng bewaakt ghetto leven, uit hun isolement gehaald worden. Er moet een uitwisseling tot stand gebracht worden tussen de bevolking en die jongeren. Ze moeten eindelijk eens weten dat ze au serieuse genomen worden. Met hulp van de Fransiscanen gaan we dan een educatieprogramma opstellen waarin de jongeren tot maximale ontplooïng kunnen komen. Details hoort u later. Ik geloof er weer in.

Hartelijke groet,

Ineke

Ineke op Tenerife 1

7-04-2008

De eerste zes weken zit ik niet op Tenerife maar op Gran Canaria. Het doel van mijn reis is de kampen te bezoeken waar alleenstaande minderjarige kinderen uit Afrika gedetineerd worden en van al hun rechten zijn beroofd: recht op veiligheid, op vrijheid, op scholing etc. Door gesprekken met de verantwoordelijken hoop ik te bereiken dat deze kinderen in ieder geval naar school kunnen.

Mijn reis met auto en boot is uitstekend verlopen. De 'casita' heb ik volgens plan op 31 maart betrokken. Ik zit op 650 meter hoogte in bergland en ik kan iedere dag neeerkijken op de wolkenlaag die het noorden van het eiland bedekt houdt. Het is een woestijnklimaat: koude nachten en ochtenden en verzengend heet op de middag. Ik had nogal wat moeite me in te stellen op het totaal andere dagritme dat daar het gevolg van is. Het leven speelt zich hier voornamelijk 's ochtends af. Om 13.00 gaat iedereen eten en dan is het zo'n beetje gebeurd.

De eerste drie dagen heb ik mezelf gegund om bij te komen van de reis en te wennen aan het klimaat. De vierde dag, j.l. vrijdag, beschouwde ik als mijn eerste 'werkdag' met als doel contact te leggen met de Fransiscaanse gemeenschap op dit eiland. Het werd een jammerlijke mislukking. De reis naar Las Palmas duurde twee keer zo lang asl ingeschat, door al die bochtige weggetjes omlaag, geen tourist office te bekennen, althans niet aangegeven. Tenslotte heb ik de auto geparkeerd en ben te voet op zoek gegaan. Toen ik terug kwam was de auto verdwenen. Politie, auto ophalen uit een depot aan het andere eind van de stad, geprobeerd nog iets van boodschappen te doen, mislukt, en tot overmaat van ramp de terugtocht te laat aangevangen. Door het duister overvallen kon ik tenslotte de weg naar mijn casita niet meer vinden. Geholpen door het weinige Spaans dat ik machtig ben, is het me uiteindelijk wel gelukt, maar na uren zoeken. Wat een les! Nooit meer in donker op pad.

Twee dagen later, goed uitgerust, probeerde ik het opnieuw. Dat was gisteren, zondag. Ik ging nu op zoek naar Iglesia San Fransisco. Daar kwam ik terecht in een dienst voor vormelingen in een stampvolle kerk. Men vertelde mij dat de Fransiscanen bij een andere kerk hoorden, daar niet ver vandaan. Op mijn bellen en bonzen op deuren deed niemand open. Het was ook inmiddels één uur geweest: lunchtijd en siësta. Ik besloot in de buurt te blijven. Mijn auto stond nu goed geparkeerd en ik heb de middag weten uit te zitten en te slenteren tot na vijf uur. Nieuwe poging. De kerk was weer open. Na mijn bonzen ging de deur van de sacristie open. Een alleraardigste man ontving mij. Hij bleek een pater Fransiscaan te zijn en oh wonder! hij verstond Frans. Ik kon mijn verhaal dus vertellen en hij luisterde geanimeerd naar me. Hij vertelde dat de kwestie van de 'sans papiers' (sine papelos) een groot probleem betekende voor Gran Canaria. Een herkenbaar punt!

Op mijn mededeling dat de politiek in deze machteloos is en dat de oplossing gezocht moet worden in spirituele zin, verontschuldigde hij zich. Ze waren met vijf paters, twee waren boven de 80, twee boven de 70 en hij was de jongste van in de 60. Ik heb maar niet gerept over mijn leeftijd. We hebben afgesproken morgen, dinsdag 8-4, om half tien 's morgens naar het kamp Arinaga te gaan en daar te spreken met de directeur. Maar ik moest me geen illusies maken, zei hij. Ik antwoordde dat het voor mij geen illusie is en dat ik erin geloof.

Wordt vervolgd, Ineke

Voor reacties, suggesties e.d.

tel: 00 34 6 48275477

of adres: Ineke Koops
Carretera del Piro 45
Vallesecco
Gran Canaria