maandag 15 december 2008

Ineke op Tenerife 10

Allereerst: de uitzending van de IKON over Ineke is terug te zien op de LUX site

29-11-2008, varend op de boot naar Cadiz

"Ineke-niet-meer-op-Tenerife" is het eigenlijk, want vanochtend ben ik begonnen met de terugtocht. Ik zit nu op de boot (met bestemming Cadiz in Spanje) me te verbijten dat hij weer uren stil ligt om vracht en passagiers op te pikken in Las Palmas / Gran Canaria en een herhaling, daarvan krijgen we vanavond nog op Lanzarote. Twee dagen en twee nachten duurt het vooraleer ik weer voet op vaste bodem - het continent Europa - zet.

Dit is geen klacht hoor, maar ik bespeur een gevoel van ongeduld bij mezelf om terug te gaan. Het waren waardevolle maanden: ik heb me leren uitdrukken in het Spaans, had betekenisvolle contacten en vooral het bezoek van de IKON-televisie heeft mijn onderneming tot iets bijzonders uitgetild. Vier grote jonge mensen stonden voor me op de boulevard: Pim, de cameraman, Sander, de geluidsman, Witho voor de research en Wilberry, de regisseuse.

Meteen de eerste dag hadden we een ontmoeting met Inez Rogas, de minister voor immigratie van de eilandregering van Tenerife. Wij troffen haar in een opvangcentrum in Tenerife, waar zij ons een rondleiding gaf en daarna door het team van de IKON geïnterviewd werd. We vielen binnen in een wiskundeles. Daar had ik de gelegenheid drie jongens uit Guinée-Conakry te spreken, die net die week waren aangekomen. Een jongen beklaagde zich dat hij het zo koud had: zijn kleren waren bij het Rode Kruis achter gelaten. Nu liep hij in een geleend t-shirt met niets daaronder.

In een andere groep, waar taalles werd gegeven met behulp van een soort aap-noot-mies plankjes, gave de kinderen de gewenste antwoorden. De conseijera (minister) vroeg hen hoe ze het hadden. "Bueno" was het antwoord en waarom ze daar waren. Dan hoor je zo'n jongen van 15 a 15 jaar zeggen dat hij wil werken om zijn familie in Afrika te helpen. Als ik dan denk aan zijn leeftijdgenoten in Nederland die vaak nog te beroerd zijn om hun huiswerk te leren - wat een scheve verhoudingen!

Het interview was uitstekend: ze vertelde hoe hoog de nood was op de Canarische Eilanden. Nog iedere week komen de boten met immigranten aan. Het aantal boten was wel minder geworden, maar de boten zaten voller, vaak meer dan honderd personen per boot. Politiek wordt er vanalles aan gedaan om Europa wakker te schudden, maar er gebeurt veel te weinig. Die middag moest ik eindeloos langs een muurtje lopen omdat de cameraman mij goed in beeld wilde krijgen. Prachtige achtergrond, prachtig licht: de zon was doorgebroken na een regenachtige dag. We filmden op de Mirador de la Paz, een mooi uitzichtspunt, dat ik net de week ervoor had ontdekt.

De volgende dag hadden we afgesproken bij La Esperanza, het opvangkamp waar ik al eens geweest was en de directeur had weten te ontdooien. De conseijera had ons geen toestemming gegeven om dat kamp te bezoeken. Veelbetekenend! Later hoorde ik dat er in Tequeste 45 kinderen zitten en in (? I*od?), waar we wel heen mochten 25, maar in Esperanza 450! Daar zitten de groteren die zeer gefrustreerd zijn dat ze niet mogen werken. U zult zondag 7 december a.s. op de televisie kunnen zien hoe dat afliep in Esperanza.

Daarna werden we gefilmd bij het huisje waar ik vijf maanden geleden gewoond heb en werden mij weer allerlei vragen gesteld. 's Middags gingen we naar de begraafplaats waar de gestorven Afrikanen liggen. Naar mijn gevoel een hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk. Anonieme dode jongeren, weggelegd achter een stuk zachtboard. Het was voor mij een enorme troost te ervaren dat ze waardig worden bijgezet temidden van andere overledenen en niet ergens op een industrieterrein in een kuil verdwijnen. Daarna werd ik in een koud parkje geïnterviewd tot het daglicht helemaal verdween.

De derde en laatste dag, zondag, werd besteed aan de kerken en aan mijn projekt. Hoe probeer ik de kerken te betrekken bij de immigratieproblematiek? Een pater heb ik aangeschoten in een Duitse wijk van Puerto de la Cruz. Daarna gingen we naar de Baptistenkerk waar we een interessant interview hadden met de dominee. Toen nog een groot interview op mijn kamer en daarna nog weer een kerk. Het was al donker. Daarna namen we afscheid van elkaar. De vierde dag hoefde ik niet op te draven. Het IKON-team zou dan een gesprek hebben met de Guardia Civil, met Caritas en met het Rode Kruis.

Met beide laatste instanties had ik gesprekken gehad. Vooral het gesprek met Esther van Caritas was erg informatief. Het blijkt dat de kerk toch wel degelijk iets doet aan het probleem. Caritas heeft twee opvanghuizen, waarvan één de 18-jarigen opvangt die op straat terecht komen. Ze probeert verblijfsvergunningen te regelen, anders mogen ze niet werken. Als ze werk hebben kunnen ze een onderkomen huren en zo werkt Caritas aan de integratie. Maar het is maar mondjesmaat: in Santa Cruz is een capaciteit van 18 plaatsen en in het Zuiden, waar veel Latino-Amerikanen komen, 20. We hebben veel meer opvanghuizen nodig, zei ze.

Gisteren was ik voor een interview bij de krant "El Dia" - de krant hier op Tenerife. De journaliste vertelde me dat de bisschop een opvanghuis had geopend in La Laguna met 40 plaatsen. Het gaat dus echt veel beter dan ik had gedacht. Is mijn rol dan uitgespeeld hier? Misschien. Dezelfde journaliste zei dat het heel belangrijk is dat er een reportage - de onze? - door heel Europa gaat en overal vertoond wordt. Morgen, zondag 30-11, komt het interview in de krant. Er zijn wel 40 foto's van mij gemaakt. Of ik het goed vond als mijn leeftijd werd vermeld. Natuurlijk. Nu ga ik er echt voor. Mijn anonimiteit is weg. "Estas famosa, he?" vroeg mijn professora bij mijn laatste les, maandag j.l.

Het is jammer dat het televisieteam uit tijdgebrek niet op die school heeft kunnen filmen waar alle dames naar de kapper en de schoonheidsspecialiste waren geweest. Ik neem afscheid van u. Tot ziens in Nederland en veel genoegen bij het zien van de film in het programma LUX van de IKON,

Ineke

zaterdag 15 november 2008

Ineke op Tenerife 9

9 november 2008

Vorig weekend moest ik verhuizen, maar dat betekent tevens het einde van de grote drukte van het verhuizen - zoeken en van de intensieve cursus Spaans. Ik ben meteen actief handtekeningen gaan ronselen bij de kerk van de Fransiscanen midden in de stad (Puerto de la Cruz). Het was Allerheiligen; ik heb ze allen aangeroepen. Er kwamen allemaal Finnen de kerk uit - er zitten hier veel Scandinaviërs - maar die zagen mij niet staan / wilden mij niet zien. "Are you a christian?" vroeg een Fin aan mij. Allemaal mooi opgepoetste damens keken misprijzend naar mij of wendden het hoofd af. Niemand wilde een handtekening zetten of überhaupt naar mij luisteren.

Zou het aan mijn kleding gelegen hebben? Ik was normaal, eenvoudig gekleed, platte schoenen, want ik was lopend. Mijn haar in de war, want het waait hier altijd. Daar stond ik dus tegenover allemaal keurige, stijve kapsels die mij bekeken als een indringster. Ik kreeg het gevoel dat ik van vroeger herkende: katholieken voelen zich hier een soort elite, het 'ene ware geloof,' ze zagen niet dat ik tot hun club behoorde (mijn kruisje was achter mijn truitje verstopt geraakt). Dan eerst de paters maar aanschieten, dacht ik. Maar er was geen Fransiscaan te bekennen; die moest uit Santa Cruz komen en zat vast in de file.

De volgende ochtend vond ik ruimschoots mijn troost bij de protestanten. Ik volgde de Engelse dienst in de 'toeristenkerk,' een kerkje van de Baptisten. De dominee, die ik na afloop sprak, bleek heel enthousiast over mijn initiatief en hij legde een aantal affiches van Pro Asyl achter in de kerk. Aangemoedigd door dit 'succes' ging ik die avond ook naar de Duitse dienst, maar daar bevroor de dominee toen hij zag wat ik wilde. Of ik dat niet van te voren had kunnen overleggen met hem en de Kerk deed niet aan politiek, maar toen ik probeerde uit te leggen dat het om Christus' evangelie ging, draaide hij zich om en hield zich bezig met de kerkgangers.

Met één van hen, een vrouw, volgde een verhitte discussie, of liever een monoloog, want telkens als ik iets probeerde te zeggen, viel ze me in de rede. Haar grote dochter: "Laat haar nu toch eens uitspreken, mammie." De dochter wilde wel luisteren. Tenslotte namen ze dan toch een affiche mee. Wat een weerstanden! Fransiscus waarschuwde er al voor en moedigde zijn volgelingen aan zich er niet door te laten ringeloren.

Vandaag heb ik de dominee van de Engelsen weer gesproken en wat blijkt? Ze hebben mijn oproep uit de brochure heel serieus genomen en onderling overlegd hoe een manier te vinden om die Afrikaanse jongeren te bereiken. Ze hebben er zelfs gezamenlijk voor gebeden, wetend hoe moeilijk het is, dit via de autoriteiten te doen. Niemand van de decision makers durft hier risico's te nemen, zei hij. Ik heb hem verteld dat de IKON hier wil komen filmen en hij wil de televisiemensen wel te woord staan. Dus houdt u het programma LUX maar in de gaten. Ze willen op 7 december, drie dagen voor de Dag van de Mensenrechten, uitzenden.

Een zekere Lilian wilde alles van mij weten - later bleek dat zij de secretaresse van het parochiebestuur is - en neemt per email contact met mij op in Nederland. Ze repte er over dat de 'vrouwengroep' hier misschien iets kan ondernemen, niet als Evangelicals, want de kerken mogen niet aan politiek doen, behalve de rooms katholieke!, maar als particulieren, dan kon het wel. De zon gaat onder, de top van de Teide (berg) ligt helemaal vrij - een teken van droge lucht - de oceaan is rustig. Het was een prachtige, zonnige zondag.

U allen, veel liefs,

Ineke

Ineke Koops
Sebastian Padrón Acosta 3
Ed. Guarico, portal 6,3F
38400 Puerto de la Cruz
Tenerife

zondag 9 november 2008

Ineke op Tenerife 8

noot vooraf: Ineke zal op 7 december te zien zijn in een speciale uitzending van LUX (het programma waar ik, Ruben, die de brieven van Ineke op deze weblog plaatst, voor werk), te zien om 11.30 op Nederland 2 en wellicht daarna op www.ikon.nl/lux. Binnenkort vertrekt er een cameraploeg naar Tenerife voor opnames.

30-10-2008

Daar ben ik weer. Mijn terugkeer naar Tenerife lukte niet op 1 september, omdat ik nog midden in de voorbereidingen zat. Daarover eerst.

Op 23 augustus had de voorzitter van onze stichting "Toekomst voor vluchtelingen in nood" een open informatieavond georganiseerd in Zevenaar. Daar kon ik voor belangstellenden mijn plannen uitleggen. De opkomst was niet zo groot, in totaal zo'n 14 mensen, vooral uit de achterban. Er was één man van 'buiten'. Hij had het in de krant gelezen. Zoureia was er ook en vertelde iets over haar afschuwelijke ervaringen met de opvang hier in Nederland door de officiële instanties. Ook hoe gelukkig ze nu was, nu zij door een echtpaar liefdevol is opgenomen, naar school kan gaan en weer een toekomst voor zich ziet.

Ik heb de mensen verteld hoe ik tot mijn keuze ben gekomen om naar de Canarische Eilanden te gaan: Human Rights Watch rapport etc. Verder heb ik wat foto's laten rondgaan die een beeld gaven van de aankomst van een bootje met Afrikaanse immigranten. Bekim, uit Kosovo, kwam ook nog en vertelde hoe het is om na 8 jaar nog steeds in onzekerheid te verkeren. Al met al een geslaagde avond, gezien het feit dat iedereen vond dat ik op de ingeslagen weg voort moet gaan.

Omdat ik behoefte had aan coaching, had ik contact gezocht met Greenwish. Op 9 september kon ik door hen ontvangen worden. Ik kreeg allerlei handige praktische suggesties, o.a. dat ik moest zorgen voor een dekkende begroting vóór ik vertrok. Mensen zijn nooit bereid, werd mij gezegd, om achteraf tekorten te dekken. Een laptop viel wel tweedehands op de kop te tikken. Ik kwam uit op een begroting van E 3500,- voor 2 1/2 maand. Wie schetst mijn verbazing toen ik een email van het stichtingsbestuur ontving met de mededeling dat de man van 'buiten' de info-avond had bezocht, gezorgd had voor een bijdrage van E 5000,- van een fonds genaamd Terra. Ik kon dus gaan en nam op 1 oktober het vliegtuig naar Tenerife.

Een paar dagen vóór mijn vertrek kreeg ik een affiche van Pro Asyl - Duitsland met in dikke rood-zwarte letter: "Stoppt das Sterben" met op de achtergrond een foto van aanspoelende Afrikanen op het strand. Pro Asyl wil zoveel mogelijk handtekeningen gaan verzamelen in Europa en die op 10 december a.s., de dag van de mensenrechten (60e), aanbieden aan het Europees Parlement / Europese Commissie in Brussel. (U kunt ook tekenen op internet). Ik heb Pro Asyl aangeschreven en vandaag, 30 oktober, 50 affiches ontvangen met handtekeningenlijsten. Hier ben ik al begonnen met handtekeningen te verzamelen en als ik in december met de auto terug ga, plak ik op de ruiten die affiches en hoop in Spandje en Frankrijk nog veel handtekeningen te verzamelen. Samen met de brochure die ik heb laten maken moet deze gezamenlijke actie wel een succes worden.

Nu Tenerife: ik word reeds 4 weken via individuele lessen flink aan de studie (van het Spaans) gehouden. Mijn eerste drie maanden hier hadden mij de noodzaak daarvan doen inzien. Het helpt mij enorm. Ik moet namelijk nogal wat telefoontjes plegen om aan een nieuw onderkomen voor de volgende maand te komen. Overmorgen is het zover, dan moet ik uit deze studentenflat weg.

Voor het project heb ik, buiten het verzamelen van handtekeningen, alleen nog twee brochures bij de toeristenkerk van Puerto de la Cruz gelegd. Dat is een doopsgezinde kerk die door (?), Engelsen, Duitsers en Spanjaarden wordt bezocht. In die brochure, waarvan ik er 25 in het Spaans en 25 in het Frans heb laten maken, haal ik de woorden van Jezus aan uit Mattheus 25:35: "Ik had honger..." etc., met bij elk stukje tekst een foto van een Afrikaanse jongen of meisje. Dan vertel ik over de opvang van de Afrikaanse minderjarigen hier op de eilanden en hoe ze buiten alle rechten blijven. Verder wordt een inkijkje gegeven in de vier eeuwen slavernij en nog een eeuw kolonisatie van Afrika door het westen.

De grote immigratiestromen van Afrikan nu is, volgens mij, het gevolg van wat wij westerlingen de Afrikanen vijf eeuwen lang hebben aangedaan. Het westen krijgt nu de rekening gepresenteerd. Het doel van de brochure, wat ook het deel is van dit project, genaamd 'Noblesse Oblige' (Adel Verplicht) is de christenen in Europa op te roepen zich in te zetten voor de Afrikaanse jongeren die hier, en elders in Europa, aankomen, en hun een goede opvang en opleiding te bieden. De kerken zouden hierin het voortouw moeten nemen en daarmee een nieuwe evangelische wind kunnen laten waaien die ook voor jongeren aantrekkelijk is. M.a.w., deze grote immigratiegolf is een kans voor de kerken.

Graag uw reacties,

Ineke.

Ineke Koops
p/a Escuela Don Quichote
avenida de Colon 14
38400 Puerto de la Cruz
Tenerife - Espana

zondag 29 juni 2008

Ineke op Tenerife 7

24-6-2008

"Hoeveel te meer zal mijn Vader u zijn Geest schenken als gij Hem daar om vraagt in mijn Naam," zegt Jezus.

De volgende dag, bij het ontbijt, werd het heel vredig en ruim binnenin mij: "Jouw taak is het te zorgen dat de Kerk hier zich inlaat met immigranten," kreeg ik te verstaan. Het kan toch niet zo zijn dat men massaal ter kerke gaat op zondag en zijn broeder laat verzuipen voor zijn kusten. Het is ook een Europees probleem. De tijd van offeren is voorbij. Het is God een gruwel dat we nog altaren oprichten en onderwijl de aarde verpesten met onze overcompensumptie, terwijl een continent staat te verdrogen en te verhongeren. Eens te meer klemt de boodschap: "Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij niet opgenomen." Mat.25:42-43

De boodschap was zo duidelijk dat ik begreep dat ik hier moest terugkomen. Hoewel ik tegen het vliegen ben en vind dat het verboden moet worden, boekte ik diezelfde dag nog een retourvlucht. De volgende ochtend vroeg vertrok ik en liet de auto achter op Tenerife.

Hoe ga ik straks verder? Ik vermoed dat ik niet voor niets zo dicht bij dat beruchte kamp terecht ben gekomen. Ik hoop dat ik die 'habitación' per 1 september weer kan betrekken, en maak daar dan een soort luisterpost van. De jongens uit het kamp komen vaak langs mijn weggetje om verderop het gehucht Las Lagunas te bezoeken. Daar staat een garage met 2e hands auto's, een cafetaria en een restaurant. Op de hoek van mijn weggetje plaats ik een bord met 'Accueil ----> nr.8' erop, een woord dat geen Spanjaard kan lezen en de jongens ogenblikkelijk zullen begrijpen. Ze worden ontvangen met thee, iets dat ze in het kamp nooit krijgen, en gaandeweg hoop ik ze één voor één hun verhaal te laten doen. Sinds ze op Tenerife zijn hebben ze nog aan niemand kunnen vertellen wat ze hebben meegemaakt, omdat geen enkele Spanjaard Frans spreekt.

Omdat ik niet kan doordringen tot de verantwoordelijke autoriteiten, moet ik maar gewoon beginnen met iets op te zetten. God geven dat het lukt. Onderwijl ga ik door met 'pulgo en el piel' te zijn en kloosters te bezoeken. Blijven jullie mijn sterke achterban? Het is voor mij een enorme steun zo'n groot aantal mensen betrokken te weten bij wat ik doe.

Wordt vervolgd!

Ineke

donderdag 26 juni 2008

Ineke op Tenerife 6

17-6-2008

Vorige week was het zomer: mijn aankomst op Tenerife. In Santa Cruz heb ik uren gezocht naar een winkel om mijn telefoonkaart op te laden - ik heb een nogal zeldzame pinkaart, niet gevonden. Vervolgens naar La Lagune, de voormalige hoofdstad, om de paters Fransiscanen te bezoeken. En oude pater, dement, agressief, schreeuwde dat men mij niet kon ontvangen. Nog een vertwijfelde poging gedaan om het Telephone House te vinden, niet gelukt, en vervolgens naar Esperanza, waar zich dat beruchte kamp bevindt. Ik vond al vrij spoedig een onderkomen: een 'habitación,' een soort veredelde studio, waar je precies hebt wat je nodig hebt, uitgezonderd comfort. De volgende dag ben ik op zoek gegaan naar het kamp en tot mijn grote verrassing bevindt zich dat op loopafstand van waar ik logeer. De directeur was er niet, maar de dag erna was hij er wel.

Het kamp hebben ze, heel eufemistisch, omgedoopt to 'Escuela Hogar' (thuisschool). Het hek staat uitnodigend open, maar vergis je niet. Eén stap in de richting daarvan en er komt een bullebak van een bewaker achter een pilaar vandaan en houdt je tegen. De directeur stond op het plein, rechts zat een hele groep Afrikaanse jongens op een muurtje voor zich uit te kijken; hele jonge jongens, kinderen nog, keken nieuwsgierig in mijn richting, links zaten twee jongens op de grond, waarvan de een meer lag dan zat. Onze directeur gaf meteen een manifestatie van zijn kunnen, en bekte de liggende jongen af, die vervolgens in lijdelijk verzet, een beetje lui, ging zitten. De directeur, André heet hij, kwam opnieuw naar me toe en sloeg meteen een toon aan van: wat doet u hier? Hij is een man van een jaar of 40, vette plakharen, spijkergoed, een type waarvan je vermoedt dat hij zo uit het vreemdelingenlegioen is geplukt. Hij hield zijn armen gekruist over zijn borst, en hoewel hij niet groter is dan ik, sprak hij mij vanuit de hoogte toe.

Toen ik wat stuntelig liet blijken dat ik zo mijn verhaal niet kon doen, nam hij mij mee naar de tweede verdieping, waar hij zijn kantoor had. Een secretaresse sprak Frans en tolkte. Ik was op een stoel gaan zitten en zij beiden bleven staan, de directeur nog steeds met de armen gekruist. Gaandeweg het gesprek ontdooide hij wat en gingen zelfs zijn armen omlaag. Het idee dat ik eventueel bereid was lessen Frans te geven aan de jongens, sprak hem aan, en hij liep naar zijn bureau om voor mij een telefoonnummer te noteren van de man die daarover gaat. Wel schrok hij duidelijk toen hij hoorde dat ik het rapport van HRW gelezen had. Ik vertelde van mijn contact met la Gutierrez en van de brief aan (?). Een kopie van de brief had ik bij me, en na enige aarzeling wilde hij die wel hebben.

Aan het eind van het gesprek was hij helemaal omgeslagen en volgens goede Canarische gewoonte werd ik door beiden bij het afscheid gekust. Niet te geloven! Hij had alle controle laten varen en liep de ene kant van de gang in, terwijl ik de andere kant uit moest. Dat gaf mij de gelegenheid eens goed rond te kijken: een uitgewoond gebouw, kale trappen en muren met sporen van graffiti en beschadigingen, deuren waar hele panelen uit ontbraken. Dank zij zo'n deur vond ik 'mijn' uitgang, want de echte uitgang was ik kwijt. Ik kwam op het plein terecht. Vlak bij het hek, de bullebak was met iets anders bezig, zaten twee jongens, met wie ik een praatje aanging. Ze kwamen uit Senegal en vertelden dat het hun helemaal niet beviel in het centrum. Ze waren ook duidelijk verrast om te worden aangesproken in hun eigen taal. Ik heb ze 'een luisterend oor' aangeboden door één van hen mijn telefoonnummer in Nederland te geven. Dat had ik van te voren in mijn jaszak gestopt. Spannend, want riskeerde ik daarmee niet mijn eigen glazen in te gooien?

De rest van de week heeft in het teken gestaan van allerlei mislukte pogingen om het gekregen nummer te bellen. Na twee afgebroken gesprekken neemt die man gewoon niet meer op. Zo zijn onze manieren. En zo verzandt alles: iedereen verwijst door naar zijn superieur en die is onbereikbaar. Niemand voelt zich verantwoordelijk.

Ik was vandaag de radeloosheid nabij. Na een vurig gebed is dat gelukkig anders. Nu wacht ik en luister.

Ineke

woensdag 18 juni 2008

Ineke op Tenerife 5

ma 9-6-2008

Eindigde mijn vorige verslag nog in mineur, nu ben ik hoopvol gestemd. Pater David heeft mijn brief aan de Protección del Menor y de la Familia in het Spaans vertaald. Dat was de belangrijkste reden waarom de directeur mij niet wilde ontvangen: ze kon mijn (Franse) brief niet lezen.

Ik heb alle zaken overgedragen aan pater David, hem gevraagd mijn 'boodschap' over te brengen aan de groep leken-Fransiscanen die hij komende woensdag begeleidt. Hij zal vooral benadrukken hoe belangrijk het is dat Canarische families zich openstellen voor de opvang van Afrikaanse kinderen. Verder zal hij het eventueel afhandelen met de Protección: de bedoeling is nog steeds dat de Kerk haar verantwoordelijkheid neemt en in samenwerking met de autoriteiten naar een humane oplossing streeft.

Ik heb mijn adres achter gelaten en hoor wel. Nu zit ik op de boot naar Tenerife om daar de Fransiscanen en Fransiscanessen te bezoeken. Tevens wil ik naar dat beruchte kamp hoog in de bergen: Esperanza (!). Over drie dagen begin ik aan mijn terugreis naar Nederland. Allemaal veel liefs van

Ineke

maandag 9 juni 2008

Ineke op Tenerife 4

3-6-2008

Beste allemaal,

Van de week moest ik in het ziekenhuis zijn voor een snijwond aan mijn duim en in de wachtruimte van de Urgencias zat een Afrikaanse jongeman geflankeerd door twee mensen van de Guardia Civil. Hij was, getuige zijn oververmoeidheid, waarschijnlijk één van die 68 Afrikanen die twee dagen daarvóór waren opgevist ten zuiden van Gran Canaria. Drie onder hen waren overleden. Tot mijn verbijstering zag ik een handboei om zijn pols en ik bedacht dat nog niet zo heel lang geleden zijn voorouders, geboeid aan hun enkels, door ons in boten werden geladen om te werken op de plantages in Amerika. Deze man zocht een vrijheid die leefbaar is en werd meteen in boeien geslagen! Ik wilde iets tegen hem zeggen, maar de dreiging die uitging van die twee uniformen weerhield me. Zo gaat dat hier: ieder contact met de bevolking is taboe. De overheid regelt alles.

Al vaker had ik me erover verbaasd dat je voor de kleinste dingen: een bezoek aan een natuurproject, een kijkje in een cultureel centrum, een machtiging nodig hebt van het eilandbestuur. Ik heb hier te maken met een allesoverheersende overheid. Als je bedenkt dat die voornamelijk uit Spanjaarden bestaat! De politie en de Guardia Civil zijn nog in Spaanse handen. Daardoor voel ik me hier als in een bezet land. Een gesprek, dat ik had met de prior van een benedictijns klooster, droeg daar ook toe bij. Die man was gewoon bang. Bang voor de autoriteiten. Zijn klooster noemt zich oecumenisch en heeft 25 kamers voor gasten die een tijdje kunnen meeleven in het kloosterritme. De gastvrijheid staat centraal in de regel van Benedictus en in hun brochure had ik gelezen dat hun deur open stond, maar vooral hun hart!

Ik vroeg de prior wat hij zou doen als er een groep Afrikaanse jongens zich aan de poort zou melden en om onderdak vroeg. Nou, lachte hij, dan zouden we wel een probleem hebben. De Spaanse wet verbiedt het opnemen van 'sin papeles' (ongedocumenteerden) en bovendien waren ze met hun 'oecumenisch experiment' al zo kwetsbaar ten opzichte van het moederhuis in Spanje, dat hij zich iets dergelijks niet kon veroorloven. Ik wees hem op de evangelietekst van Matteüs 25:35, "Ik had honger en gij gaf mij te eten" en op de uitspraak van Petrus die voor het gerecht verklaarde dat men God meer moet gehoorzamen dan de keizer. Ik kreeg geen poot aan de grond en moest denken aan wat Siñora Gutierrez van de Kinderbescherming me had gezegd: de mensen hebben 'miedo' (angst).

De laatste dagen heb ik me afgevraagd of dit de erfenis is van het dictatoriale Spanje van weleer. Het is alsof men hier niet zelfstandig durft te denken. Die pater David bijvoorbeeld wil me wel helpen, maar heeft geen enkele eigen inbreng. Hij doet slaafs wat ik hem vraag. Hij heeft ook geen eigen mening. Ik vind dat vreselijk.

Ik ben inmiddels verhuisd naar een lager gelegen plaats, Santa Brigida, niet ver van Las Palmas. Het is hier gelukkig heel wat warmer. Nog steeds wacht ik op de machtiging van de directeur van de Protección del Menor om de kampen te bezoeken en ik krijg haar pas de tweede week van juni te spreken. Deze week hoop ik een gesprek te hebben met de bisschop. Het is nogal frustrerend en mijn geduld begint op te raken. Als ik ook nog 'nee' zou krijgen van de Protección, dan is Leiden (Las Palmas) in last!

Steeds houd ik vast aan het woord van Jezus: "Door de wereld lijd je verdrukking, maar houd goede moed: Ik heb de wereld overwonnen."

Bidden jullie voor me?

Ineke

adres:
Real de Coello 32-34
Santa Brigida-El monte
Gran Canaria

dinsdag 27 mei 2008

Ineke op Tenerife 3

27-04-2008

Dag allemaal,

was het hier eerst erg koud, nu is het moordend heet. Dit is nog erger. J.l. dinsdag zat ik dus in het hol van de leeuw: de Dirección General para la Protectión del Menor y de la Familia, oftewel de Kinderbescherming. Daar had ik afgesproken met sinora Gutierrez, die vaak geciteerd wordt in het rapport van Human Rights Watch. Dat rapport uit juli 2007 gaat over de misstanden hier in de opvangkampen voor Afrikaanse kinderen. Een leuk mensen en, oh wonder, ze verstaat Frans! Nadat ik verteld had wie ik was en gerept had over ons opvangproject in Zevenaar, vroeg ik of ze er voor voelde om van de situatie in de Centros de Emergenciá een missieproject te maken. Doel daarvan is de lokale bevolking kennis te laten nemen van wat zich daar afspeelt en ontmoetingen te organiseren tussen de kinderen en de bevolking. Ik wil daartoe de Fransiscaanse gemeenschap mobiliseren.

Ze begon uitgebreid te vertellen over hoe luchtigjes men hier leeft. Er is hier zo'n beetje van alles: naast de autochtone bevolking veel Spanjaarden, mensen uit het oosten, heel veel vakantiegangers. Ook alle religies zijn hier vertegenwoordigd met hun godshuizen. De katholieke kerk stelt weinig voor. Ze doet niets, het leeft niet. Geen 'spirit,' zei ze. Ik had zelf al de indruk gekregen dat de Kerk hier nog erg traditioneel is: van die kolossale huisbeelden met larmoyante corpussen en fondant-zoete heiligenbeelden zoals wij die hadden in de jaren '50.

Volges sinora Gutierrez gaan de kinderen verplicht naar school tot hun 16e. Ze worden niet in families opgevangen, na school moeten ze terug naar hun opvangcentrum. Ze gaf toe dat dat helemaal niet goed is, vooral voor de allerkleinsten. Naar haar zeggen gaat het om ongeveer 600 kinderen, verspreid over de eilanden. In Gran Canaria zou het om 150 kinderen gaan. Dat ze het niet precies weet, bleek duidelijk. In Orinaga ging het immers al om 162 kinderen en dat is dan nog maar één van de vele centra hier. Ook bleek meteen al de 'gap' tussen de theorie en de praktijk: in Orinaga konden de kinderen slechts om de beurt naar school omdat het aantal te groot was. Vanaf de eerste dag zouden de kinderen hier al een verblijfsvergunning hebben, maar in het HRW-rapport wordt vermeld hoe moeizaam dat lukt, als het al lukt. Eerst moeten ze een bewijs 'de desemparo' hebben, daar gaan maanden overheen, en ik zag inderdaad op tafel stapels dossiers liggen met een rode kaart 'desemparo' op elk.

Ze vond het moeilijk, zei ze, het werk is zwaar, heel zwaar. Reden te meer, dacht ik, om de hand aan de ploeg te slaan. Ik moest mijn verhaal op papier zetten en aan de directie sturen. Die zou mij dan ook de 'autorisación' (machtiging) kunnen geven om de kampen te bezoeken. Het kon in het Frans, zij zouden het daar wel vertalen. Twee keer werd ons gesprek onderbroken door de telefoon, twee keer hoorde ik haar vertellen dat ze een Holandesa op bezoek had. Ze vond het blijkbaar toch bijzonder. "Bent u hier op vakantie?" vroeg ze tenslotte. "Nee, ik ben hier voor dit." "En heeft u dan een huis gehuurd in Vallesecco?" "Ja, dat heb ik, voor 6 weken, daarna ga ik naar Tenerife." Ze keek verward, dit had ze niet verwacht.

Ik schreef mijn brief de volgende dag en probeerde de dag daarop Pater David te bereiken. Tevergeefs. Daar verlies je dan een hele dag mee, zo inspannend is de afdaling naar Las Palmas en de weg terug omhoog. De dag daarna was hij er wel. Om half zes opgestaan om er om half tien te zijn, en dat lukte. Ik heb hem op de hoogte gebracht en zijn medewerking gevraagd mocht het tot een missieproject komen. Verder gaf hij mij de adressen van de paters Fransiscanen op Tenerife en van de Fransiscanessen daar en hier op Gran Canaria. Die laatste wil ik deze week bezoeken. Hij leende mij een oude typemachine waarop ik mijn brief kon uittypen, een computer had hij niet. Ik genoot van zijn medewerking.

Moet ik u ook de minder leuke dingen vertellen? Dat ik, terug bij de auto, een bekeuring had, en de auto's naast mij niet? Dat ik, na nog geen 300 meter gereden te hebben, al weer werd aangehouden: papiercontrole (al de tweede keer), dat mijn auto twee kleine reparaties nodig heeft, dat Debitel mijn telefoon heeft afgesloten omdat het mij niet gelukt was 250 euro als aanbetaling van hieruit over te maken? Ach, het zijn eigenlijk maar kleinigheidjes. De echte zaken staan op de rol. Ik groet u allen hartelijk. Vergeet mij niet in uw gebed, want zonder Onze Lieve Heer red ik het niet:

"Want zoals de rank geen vrucht draagt
zolang hij niet blijft aan de wijnstok
zo ook gij niet
als gij niet blijft in Mij."
Joh. 15:4

dinsdag 13 mei 2008

Ineke op Tenerife 2

20-4-2008

Lieve mensen,

Het heeft er even erg moeilijk uitgezien, maar daarover straks. Pater David en ik zijn dinsdag 8 april 's ochtends op zoek gegaan naar het opvangkamp Orinaga dat op 20 km van Las Palmas op een uitgestrekt industrieterrein ligt. We hebben meer dan een uur gezocht en overal gevraagd, nergens een bordje, tot een Afrikaan bij een benzinestation ons voorging in zijn auto en ons wees waar het was. Het hek stond open en de deur van het gebouw ook, dat gaf meteen een goed gevoel. Een paar jonge zwarte jongens hingen rond bij het hek en volgden ons nieuwsgierig.

De directeur was een nog tamelijk jonge man die heel open was en alle tijd voor ons nam. We mochten het centrum niet zien want daar moesten we een 'autorcación' voor hebben. De jongens gingen inmiddels wel naar school, zij het om de beurt, omdat ze met zo velen zijn (162). De lastpakken blijven in het centrum omdat ze het anders op de school verpesten voor de rest. Hij wees op een villa verderop, dat was de school. Daar leerden ze Spaans, agriculture en techniek. De andere jongens waren dan aan het voetballen of zwemmen. Papieren, alsielaanvraag e.d. "hadden ze niet nodig want ze werden zo toch al beschermd." Particulieren mogen zich niet als vrijwilliger aanmelden vanwege het risico van criminaliteit of misbruik. Over deportatie of transfer werd niet gesproken, hij antwoordde gewoon niet.

Als de jongens 18 zijn gaan ze naar een speciaal centrum in Las Palmas waar ze nog negen maanden begeleid worden in het verkrijgen van (uitreis-?) papieren en/of werk. Na die negen maanden moeten ze weg. Dan staan ze op straat? vroeg ik. "Als ze langer blijven dan houden ze een plaats bezet die voor een ander bestemd is." Ja, dus. De meeste moeite had de directeur met iedere dag opnieuw een zinvolle dagbesteding te bedenken voor zo'n groot aantal jongens. Met 75 personeelsleden in totaal die natuurlijk in wisselende diensten werken, was er sprake van onderbezetting. Hij zou liever meerdere, kleinere centra zien. We gingen opgewekt weer terug, pater David en ik, het leek allemaal best aardig geregeld.

De dagen erna verdiepte ik mij in de vraag naar de volgende stap. Het was mijn tweede week hier en bitter koud. Ik heb geen verwarming in dit huisje hoog in de bergen, behalve een houtkachel. Ik had geen hout. Het was afzien. Na een dag van alleen maar regen en weer erg koud besloot ik hout te halen. Na veel zoeken vond ik een man die daarin handelt. Hij nam mij mee het bos in waar hij een verzamelplaats had en voor 20 euro (veel te veel) kreeg ik de achterbak vol hout. Opgewekt toog ik naar mijn huisje. Het enige dat mijn kachel produceerde was blauwe rook en stank; al het hout bleek nat. Wat een afzetter! Of het door de kou kwam of doordat die directeur mij op het verkeerde been had gezet: ik begon mij ineens af te vragen wat ik eigenlijk deed op dit eiland. Ik bekeek mijzelf door de ogen van mijn critici thuis: of ik mijn verstand wel gebruikte, of ik het niet te hoog in mijn bol had, wie dacht ik wel niet dat ik was? Bovendien vernam ik dat een vriendin ernstig ziek was. Vergat ik dan mijn eigen mensen terwille van die Afrikaanse kinderen? Ik raakte compleet in een crisis, het greep me ineens zo bij de keel dat ik naar buiten moest om lucht te happen.

De verleiding werd plotseling heel concreet om de hele zaak maar te laten varen, nog een weekje heerlijk als toerist hier rond te hangen en mezelf eens te verwennen met een flesje wijn en dan de week daarop terug naar huis. Dat heeft twee dagen geduurd. Tot het flesje wijn is het niet gekomen; wel ben ik gaan wandelen. Dat deed me zo goed dat ik dat nu geregeld doe. Na een telefoongesprek met mijn jarige dochter die ik eerlijk vertelde dat ik de week daarop misschien al weer terug kwam, kwam de ommekeer. "Niks weggaan," hoorde ik een stemmetje in me, "je kunt het tegenover je achterban niet maken om met lege handen terug te komen. Ze hebben niet even wat in je geïnvesteerd! Je gaat gewoon door."

Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb een afspraak kunnen maken voor dinsdag 22-4 met het hoofd van de Kinderbescherming in Las Palmas. Zij heeft de verantwoordelijkheid voor alle opvangkampen. Ik ben van plan haar het volgende voor te stellen: mij permissie (autoricación) te verlenen een aantal kampen te bezoeken hier en op Tenerife, om de situatie in kaart te brengen. Dat moet dienen om een bewustwordingsprogramma op touw te zetten op Europees niveau. Daarin komen thema's aan de orde als vier eeuwen slavernij waarna nog een eeuw kolonisatie, langdurige sociale ontwrichting in Afrika, gigantische exploitatie door ons westerlingen waarop onze welvaart is gebouwd. Het verplicht ons tot een soort 'Wiedergutmachung' in de vorm van een gigantisch educatieprogramma voor Afrikaanse jongeren in Europa.

Omdat een plan nooit aanslaat zonder concreet voorbeeld, ster ik signora Gutierrez Gonzales voor om hier vast te beginnen. Informatiebijeenkomsten organiseren voor de Canarische bevolking, rencontres tussen die enge zwarten en de bevolking, gezamenlijke maaltijden. In ieder geval moeten die jongens die nu in een streng bewaakt ghetto leven, uit hun isolement gehaald worden. Er moet een uitwisseling tot stand gebracht worden tussen de bevolking en die jongeren. Ze moeten eindelijk eens weten dat ze au serieuse genomen worden. Met hulp van de Fransiscanen gaan we dan een educatieprogramma opstellen waarin de jongeren tot maximale ontplooïng kunnen komen. Details hoort u later. Ik geloof er weer in.

Hartelijke groet,

Ineke

Ineke op Tenerife 1

7-04-2008

De eerste zes weken zit ik niet op Tenerife maar op Gran Canaria. Het doel van mijn reis is de kampen te bezoeken waar alleenstaande minderjarige kinderen uit Afrika gedetineerd worden en van al hun rechten zijn beroofd: recht op veiligheid, op vrijheid, op scholing etc. Door gesprekken met de verantwoordelijken hoop ik te bereiken dat deze kinderen in ieder geval naar school kunnen.

Mijn reis met auto en boot is uitstekend verlopen. De 'casita' heb ik volgens plan op 31 maart betrokken. Ik zit op 650 meter hoogte in bergland en ik kan iedere dag neeerkijken op de wolkenlaag die het noorden van het eiland bedekt houdt. Het is een woestijnklimaat: koude nachten en ochtenden en verzengend heet op de middag. Ik had nogal wat moeite me in te stellen op het totaal andere dagritme dat daar het gevolg van is. Het leven speelt zich hier voornamelijk 's ochtends af. Om 13.00 gaat iedereen eten en dan is het zo'n beetje gebeurd.

De eerste drie dagen heb ik mezelf gegund om bij te komen van de reis en te wennen aan het klimaat. De vierde dag, j.l. vrijdag, beschouwde ik als mijn eerste 'werkdag' met als doel contact te leggen met de Fransiscaanse gemeenschap op dit eiland. Het werd een jammerlijke mislukking. De reis naar Las Palmas duurde twee keer zo lang asl ingeschat, door al die bochtige weggetjes omlaag, geen tourist office te bekennen, althans niet aangegeven. Tenslotte heb ik de auto geparkeerd en ben te voet op zoek gegaan. Toen ik terug kwam was de auto verdwenen. Politie, auto ophalen uit een depot aan het andere eind van de stad, geprobeerd nog iets van boodschappen te doen, mislukt, en tot overmaat van ramp de terugtocht te laat aangevangen. Door het duister overvallen kon ik tenslotte de weg naar mijn casita niet meer vinden. Geholpen door het weinige Spaans dat ik machtig ben, is het me uiteindelijk wel gelukt, maar na uren zoeken. Wat een les! Nooit meer in donker op pad.

Twee dagen later, goed uitgerust, probeerde ik het opnieuw. Dat was gisteren, zondag. Ik ging nu op zoek naar Iglesia San Fransisco. Daar kwam ik terecht in een dienst voor vormelingen in een stampvolle kerk. Men vertelde mij dat de Fransiscanen bij een andere kerk hoorden, daar niet ver vandaan. Op mijn bellen en bonzen op deuren deed niemand open. Het was ook inmiddels één uur geweest: lunchtijd en siësta. Ik besloot in de buurt te blijven. Mijn auto stond nu goed geparkeerd en ik heb de middag weten uit te zitten en te slenteren tot na vijf uur. Nieuwe poging. De kerk was weer open. Na mijn bonzen ging de deur van de sacristie open. Een alleraardigste man ontving mij. Hij bleek een pater Fransiscaan te zijn en oh wonder! hij verstond Frans. Ik kon mijn verhaal dus vertellen en hij luisterde geanimeerd naar me. Hij vertelde dat de kwestie van de 'sans papiers' (sine papelos) een groot probleem betekende voor Gran Canaria. Een herkenbaar punt!

Op mijn mededeling dat de politiek in deze machteloos is en dat de oplossing gezocht moet worden in spirituele zin, verontschuldigde hij zich. Ze waren met vijf paters, twee waren boven de 80, twee boven de 70 en hij was de jongste van in de 60. Ik heb maar niet gerept over mijn leeftijd. We hebben afgesproken morgen, dinsdag 8-4, om half tien 's morgens naar het kamp Arinaga te gaan en daar te spreken met de directeur. Maar ik moest me geen illusies maken, zei hij. Ik antwoordde dat het voor mij geen illusie is en dat ik erin geloof.

Wordt vervolgd, Ineke

Voor reacties, suggesties e.d.

tel: 00 34 6 48275477

of adres: Ineke Koops
Carretera del Piro 45
Vallesecco
Gran Canaria

zaterdag 22 maart 2008

introductie

Ineke Koops zit op dit moment voor een aantal maanden op de Canarische Eilanden en Tenerife om daar te proberen een onderwijsproject op te zetten voor Afrikaanse vluchtelingenkinderen die daar in kampen zitten. Ineke is hopelijk te bereiken op koops.c@versatel.nl. Deze weblog wordt bijgehouden door Ruben Altena rubenaltena@gmail.com vanuit Nederland. Als zij een bericht naar mij stuurt zal ik het hier online zetten. U kunt het werk van Ineke steunen op girorekening 2897175.